De jonge Hannah vertelt in de ik-vorm over de verdwijning in maart 1933 van haar vader, Herschel Steinschneider, de joodse helderziende, astroloog en illusionist, die in de jaren twintig en dertig optrad onder de naam Erik Jan Hanussen. Hij verkeerde in de kringen van Adolf Hitler, en er wordt gezegd dat hij Hitler de kunst van het redevoeren bijbracht en zeer nauwkeurig zijn carrière voorspelde. Gebruikmakend van vele feiten over het leven van Hanussen en van citaten uit diverse documenten als introducties voor de hoofdstukken, vertellen de auteurs een zeer spannend en vooral verontrustend verhaal over hoe Hitler en zijn partij steeds meer greep kregen op de samenleving als geheel, op specifieke groepen en op individuele levens. De zoektocht van Hannah naar de aard en motieven van haar vader, die zich uiteindelijk afkeerde van Hitler, is bijzonder aangrijpend verteld. Indertijd kregen Bernauw en Didelez de Prijs Knokke-Heist Beste Jeugdboek 1996 voor dit verhaal. Het is in enkele Europese talen vertaald. Het wijst de lezer indringend op parallellen tussen verleden en heden als het gaat om de vervolging van minderheden. Vanaf ca. 13 jaar. Verberg tekst